2 Petrus 3 vers 8
Doch deze ene zaak zij u niet onbekend, geliefden, dat één dag bij den Heere is als duizend jaren, en duizend jaren als één dag.
In de hemel is geen tijd, maar alleen de eeuwigheid.
Toen God hemel en aarde schiep en beide tot hun aanschijn riep, deed Hij dat niet in de tijd maar schiep het in de eeuwigheid.
De Geest van God daalt op aarde neer, ja u hoort het goed mevrouw/meneer.
Ik spreek niet in verleden tijd maar spreek hier in de eeuwigheid.
Over 't water en de duisternis zweeft Gods Geest die eeuwig is ver buiten ons begrip van tijd, maar niet in de vergetelheid.
Dan roept Zijn eeuwige stem met macht en een ongekende kracht, daar zij licht, en door dat woord is de duisternis verstoord.
Er kwam eeuwig licht in de eeuwigheid dagen, die onze ogen niet zouden kunnen verdragen.
Het was immers het licht niet van zon of maan want die kenden nog geen bestaan.
God brengt de scheiding aan die tussen licht en duisternis zal bestaan en geeft ze beide hun naam.
Ook geeft Hij hen de taak die zij eeuwig vervullen, om met hun wezen beurtelings de aarde te vullen.
Pas toen schiep God op de aarde de tijd als een eiland in de eeuwigheid.
De eerste avond viel toen in, de nacht kwam en de eerste dag was het begin.
Vanaf deze eerste dag begon de schepping van dampkring, land, zee, plant, boom, maan sterren en zon.
Vanaf Genesis één vers vijf zijn er ruim zesduizend jaar verstreken waarin de mensen wachten tot de grote dag aan zal breken.
De dag waarin ook een einde komt aan de geschapen tijd en iedereen weer leeft in eeuwigheid.
Dus broeders en zusters als de mensen een discussie aangaan over de leeftijd van de aarde, laat deze mensen dan in hun waarde.
Het is volgens onze tijdrekening niet te meten hoeveel tijd er tussen Genesis één vers één en vers vijf is verstreken.
En als men met u om jaren strijd, zeg dan, de aarde is van eeuwigheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten