Wat zegt de Bijbel over de doodstraf.
Veel mensen denken dat God de doodstraf heeft ingevoerd op het moment dat God zijn verbond met Noach sloot.
Dit lezen wij in Genesis 9:6
Wie des mensen bloed vergiet, zijn bloed zal door den mens vergoten worden; want God heeft den mens naar Zijn beeld gemaakt.
Een ding wordt hier over het hoofd gezien.
De eerste moordenaar op aarde, Kaïn oordeelde van zichzelf:
Genesis 4: 13 t/m 15
En Kaïn zeide tot den HEERE: Mijn misdaad is groter, dan dat zij vergeven worde.
Zie, Gij hebt mij heden verdreven van den aardbodem, en ik zal voor Uw aangezicht verborgen zijn; en ik zal zwervende en dolende zijn op de aarde, en het zal geschieden, dat al wie mij vindt, mij zal doodslaan.
Doch de HEERE zeide tot hem: Daarom, al wie Kaïn doodslaat, zal zevenvoudig gewroken worden! En de HEERE stelde een teken aan Kaïn; opdat hem niet versloeg al wie hem vond.
Kaïn gaf toe dat hij ten dode schuldig was en dat ieder het recht had om Abel te wreken.
God zegt hier echter met zoveel woorden dat geen mens het leven van een ander mens mag nemen.
God is de schepper van ons leven, Hij geeft het op Zijn tijd en neemt het op Zijn tijd.
Geen mens op aarde heeft het recht om het leven van een ander te beëindigen, zo geeft God aan Kaïn het Kaïnsteken.
In dat teken zegt God Ik ben de HEERE Ik zal het vergelden en niemand anders.
Twee dingen zijn dan onduidelijk en vaak verkeerd geïnterpreteerd.
In Genesis 9:6 staat;
Wie des mensen bloed vergiet, zijn bloed zal door den mens vergoten worden; want God heeft den mens naar Zijn beeld gemaakt.
En in Romeinen 13,4 staat over de overheid;
Want zij is Gods dienares, u ten goede. Maar indien gij kwaad doet, zo vrees; want zij draagt het zwaard niet tevergeefs; want zij is Gods dienares, een wreekster tot straf dengene, die kwaad doet.
Lees goed wat er in Genesis 9:6 staat;
Wie des mensen bloed VERGIET, hier staat niet vergoten heeft zoals Kaïn maar VERGIET.
Dit is dus een woord dat zegt dat de dader(s) dit NU aan het doen zijn.
Dus als er in een school of plein mensen zijn die aan het schieten en moorden zijn zal de overheid geweld moeten gebruiken om deze mensen te stoppen.
Vaak is dan de enige mogelijkheid om deze mensen (terwijl zij nog bezig zijn met bloedvergieten) te stoppen door ze dood te schieten.
Hier sluit Romeinen 13,4 naadloos bij aan.
Maar indien gij kwaad doet, zo vrees; want zij draagt het zwaard niet tevergeefs.
Hier staat wie kwaad DOET, niet wie kwaad gedaan heeft, de grondtekst bevestigd dat ook.
Hier moet ook gelet worden op het woord zwaard: het oorspronkelijke woord is μάχαιρα wat in deze Bijbeltekst zwaard of mes betekend.
Het zwaard uitdragen is een Bijbelse manier van spreken, het betekend weerbaar zijn.
Onze overheid moet dus weerbaar zijn om ons te beschermen tegen moordenaars.
Dat is niet het enige wat over het zwaard te zeggen is.
Het zwaard is tot aan de middeleeuwen nooit als een offensief wapen gebruikt.
Het was een wapen dat iedere krijgsman bij zich had en vaak ook persoonlijk eigendom.
Als offensief wapen (wapen voor de aanval) had men over het algemeen een ander wapen ter beschikking.
Voorbeelden zijn: rondas en beukelaar, schild en (werp)spies, de slinger, pijl en boog, lans en dergelijke.
Met deze wapens ging de krijgsman ten strijde en als het op lijfsbehoud aankwam kon hij terugvallen op zijn zwaard, zuiver defensief dus.
Zo zien wij dat God de overheid heeft aangesteld om ons te beschermen tegen kwaaddoeners maar zuiver defensief.
Hier een voorbeeld uit 2 Koningen 6.
Elísa leid een afdeling soldaten die het volk van Israël kwaad gedaan hebben en weer kwaad in de zin hadden in verblindheid naar Samaria.
En het geschiedde, als zij te Samaria gekomen waren, dat Elísa zeide: HEERE, open de ogen van dezen, dat zij zien! En de HEERE opende hun ogen, dat zij zagen; en ziet, zij waren in het midden van Samaria.
En de koning van Israël zeide tot Elísa, als hij hen zag: Zal ik hen slaan? Zal ik hen slaan, mijn vader?
Doch hij zeide: Gij zult hen niet slaan; zoudt gij ook slaan, die gij met uw zwaard en met uw boog gevangen hadt? Zet hun brood en water voor, dat zij eten en drinken, en tot hun heer trekken.
En hij bereidde hun een grote maaltijd, dat zij aten en dronken; daarna liet hij hen gaan, en zij trokken tot hun heer. Zo kwamen de benden der Syriërs niet meer in het land van Israël.
Zo laat God in zijn woord zien dat als de overheid kwaaddoeners gevangen heeft, zodanig dat ze geen kwaad meer kunnen doen het recht niet heeft om hun van het leven te beroven evenals Kaïn niet gedood mogen worden.
Zelfs de goddeloze koning Achab wist dit en kon niet anders dat handelen zoals Elísa dat aangaf.
Tot slot is er nog de vraag waarom er in het oude testament zoveel mensen ter dood gebracht werden.
Dit had vaak te maken met de Heiligheid van God en het heilig land Israël.
God had de opdracht gegeven dat zijn volk heilig moest leven in zijn land en voor zijn aangezicht.
Alle zonden die direct de heiligheid van God of van het land Israël aantastte moest worden weggedaan als waarschuwing en voorteken hoe het er in de toekomst zal toegaan als het laatste oordeel voor iedereen op de wereld zal aanbreken.
Welkom in de blog wereld. En dank je wel voor de mooie blo en soort van Bijbelstudie.
BeantwoordenVerwijderenGraag gedaan.
VerwijderenWas het niet te ingewikkeld?