maandag 23 mei 2016

Waarom laat God toe dat …………………………

 
Waarom laat God toe dat …………………………

Veel mensen vragen dat zich af en geven God de schuld voor alle ziekte, dood en ellende die in de wereld is.

De tweede vraag is vaak;
Als God zo almachtig is waarom laat hij dat dan allemaal toe?

Ik zal in begrijpelijke taal proberen hier wat over te zeggen.
Ten eerste is de dood en ellende in de wereld gekomen door de zonde van de mensen.
God heeft alles goed geschapen de schepping met alles er op en er aan.
God heeft schepselen gemaakt die Hij op verschillende plaatsen van zijn rijk heeft aangesteld als heerser van dat gebied.
Wij kennen Engelen in de hemel en engelen (בני האלהים, Benei HaʼElōhīm) in de hemelse gewesten (dat vergt een andere studie) en de mensen op de aarde.
Deze (eerste) mensen heeft Hij aangesteld dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt.
De Bijbel zegt hierover: Gij hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen (בני האלהים, Benei HaʼElōhīm); met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond, en Gij hebt hem gesteld over de werken Uwer handen;
Zo had de mens de zegeningen van God, voedsel, onderdak, bescherming, de zeggenschap over de dieren van de aarde (de dieren gehoorzaamden de mens voor de zondeval).

De mensen denken vaak de het onheil of straffen door een straffende God komen die onbarmhartig toeslaat.
Niets is minder waar, daarom vertel ik een waargebeurd verhaal om te illustreren hoe de mens zelf de ellende veroorzaakt heeft.

Het gaat hier over een vader (een vriend van mij) , moeder en 3 kinderen.
De oudste (dochter) raakte door een feestje aan de drugs.
Thuis had ze de zegeningen van liefhebbende ouders, een dak boven haar hoofd, een bed om in te slapen, genoeg eten en drinken enzovoort.
Verslaaft als ze was loopt ze van huis weg en gaat naar een stad dichtbij het dorp waar ze woonde.
Ze zwierf op straat en had de zegeningen van haar ouderlijk huis niet meer.
Vader ging haar zoeken en zocht de stad af.
De dochter zag op een dag haar vader zoeken en dook in een steeg om niet gevonden te worden.
Uiteindelijk is ze gevonden en kwam weer thuis.
Toen bleek dat ze niet thuis meer kon wonen omdat zij de huiselijke harmonie verstoorde vanwege haar verslaving.
Toen moest er voor haar buiten het afkickprogramma voor haar een passende woonvorm gevonden worden.

Niemand met enig verstand geeft de vader de schuld omdat de dochter toen zij aan het zwerven was verstoten was van het dak boven haar hoofd, een bed om in te slapen, genoeg eten en drinken enzovoort.

Vreemd dat God wel de schuld krijgt omdat de mens vrijwillig God heeft afgewezen en de heerschappij over de aarde (die de mens gekregen had) overgedragen aan de satan een van de engelen (בני האלהים, Benei HaʼElōhīm) die God geschapen heeft en zich met zijn hele nageslacht aan deze satan onderworpen heeft.

De bijbel zegt hierover: U was (bent) dood door de misstappen en zonden
waarmee u de weg ging (gaat) van de god van deze wereld, de heerser over de machten in de lucht, de geest die nu werkzaam is in hen die God ongehoorzaam zijn.
Deze satan (hij heeft meerdere namen; deze naam betekend tegenstander) heeft 1/3 van de engelenwereld achter zich gekregen in zijn rebellie tegen God.
God heeft tegen deze ontrouwe engelen gezegd :"Gij zijt in de hemel geweest, maar nog niet alle
mysteries waren al aan ulieden geopenbaard, en gij wist de waardeloze ervan.

God heeft ons gaven geschonken zoals eeuwig leven, heerschappij over de aarde en alles wat daar op leeft, een huis (het paradijs) om in te wonen, voedsel van de bomen (in het paradijs) en nog veel meer.
God zag dat het goed was en wandelde vaak met de mens in de hof van eden (de mens kende God aan de wind des daags).

God is echter geen God van robots en wil alleen gediend worden door zijn geschapen wezens die daar zelf voor gekozen hebben.
Daarom heeft God engelen en mensen de mogelijkheid gegeven om hem wel of niet de dienen.
Hij heeft hiertoe de mensen een proefgebod te geven (het verbod om te eten van de boom van kennis goed en kwaad).

Zondigen doe je nooit zonder gevolgen voor jou naasten (familie/gezinsleden)
Als jij als vader en kostwinner in de gevangenis komt verliezen je vrouw en je kinderen jouw inkomstenbron met alle gevolgen van dien.
Als jij door een zondig leven een besmettelijke, erfelijke ziekte of een verslaving oploopt heeft dat ook (ernstige) effecten voor je gezinsleven en alle mensen in jou omgeving (zie mijn voorgaande voorbeeld).
Dit ter illustratie.

Toen de mensen zich onderworpen opzettelijk hadden afgekeerd van God en zich onderworpen hadden aan de lagere goden, kwamen deze op de aarde en zij leerden de mensen tovenarij en banspreuken, en het insnijden van wortels, en maakten hen vertrouwd met kruiden.
Zij leerden de mensen zwaarden te maken, en messen, en schilden, en
borstplaten, en deed hen de metalen van de aarde kennen en de kunst om hen te
bewerken, en armbanden en ornamenten, en het gebruik van antimoon, en het
verfraaien van de oogleden, en allerlei soorten kostbare gesteenten, en elke kleurvloeistof.
En er kwam veel goddeloosheid op, en zij gaven zich over aan verkrachtingen, en zij werden tot dwaling geleid, en werden verdorven in al hun wegen.
Zij onderwezen banspreuken en wortelinsnijdingen, het
opheffen van banspreuken, astrologie, de constellaties, de kennis van de wolken, de tekenen van de aarde, de tekenen van de zon, en de baan van de maan.
En naarmate de mensen wegkwijnden, schreeuwden zij het uit, en hun roep steeg op ten hemel...

Ik heb de bovenstaande geschiedenis ingekort en alleen weergegeven wat ik nuttig vind in deze uitleg.

De mens had gekozen en God kon zijn gaven niet meer geven aan diegene die van Hem afgevallen waren.
Zo zijn de ziekte en dood door toedoen van de mens zelf op de aarde gekomen en zijn ze onder invloed gekomen van kwade krachten die sterker zijn dan de mens.
Hier kan de mens (jij en ik) niet aan ontkomen omdat de zonde en de haat tegen God en onze medemens als een erfelijk overdraagbare ziekte in ons  “gebakken” zit en wij net als de dochter van mijn vriend niet meer in de nabijheid van God kunnen wonen en zijn zegeningen kunnen ontvangen.

Zo is de mens gedoemd te sterven een daarna zijn eeuwig oordeel te ontvangen.

Zo komen wij op de tweede vraag:
Als God zo almachtig is waarom laat hij dat dan allemaal toe?

Dat is moeilijk om eenvoudig uit te leggen, maar voor de uitleg is het belangrijk te weten dat God niet liegen kan en dat Hij als Hij iets besloten heeft niet op zijn eigen woorden kan terugkeren.
Als eerste is de vraag laat God dit allemaal toe?
Nee van het eerste begin toen de mens de verkeerde keuze maakte heeft God buiten de straffen die Hij uitsprak ook de belofte van redding en verlossing aan Eva toegezegd.
Hij heeft de belangrijkste van de ontrouwe engelen laten opsluiten tot aan het einde der tijden.
God heeft de grote ongerechtigheid door middel van de zondvloed van de aarde afgespoeld, maar door zijn belofte van redding aan Adam en Eva gedaan heeft Hij de mensheid gered in de personen van Noach, zijn vrouw en zijn 3 zonen met hun vrouwen.
Waren deze mensen zonder zonden?
Beslist niet, maar ze waren oprecht voor God, daarom rekende God hen voor rechtvaardig (weer een onderwerp voor een andere studie).
De nakomelingen van Noach (wij dus ook) zijn daarna weer het verkeerde pad opgegaan.

God is de rechtvaardigheid zelve en voor iedere zonde tegen Hem (hoe groot of klein ook) eist hij genoegdoening.
Met andere woorden met elke zonde maken wij schuld bij God die moet worden betaald.
Dat kon Adam niet, Noach niet, Abraham niet, jij of ik ook niet omdat wij zijn maaksel zijn en iedere keer dat wij ademhalen van God de zuurstof krijgen om te blijven leven.
Alles waarvan wij denken dat van ons is, is Gods eigendom.
Wij hebben niets om de schuld te betalen, dat kan alleen iemand die zowel God als mens is en die zonder zonde is.

Toen heeft God het liefste wat Hij had, zijn eigen zoon naar de aarde gezonden.
De bijbel zegt hierover;
Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden.
Over wie in hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon.
Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht.
Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden.
Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’

Jezus kwam op aarde en heeft alles ondergaan en alle straf gedragen die wij hebben verdiend.
Om ons te redden van?
De satan?
Nee van de zonde, die erfelijk overdraagbare ziekte in ons  “gebakken” zit.
Aan wie betaald Hij onze zonden?
Aan de satan?
Nee aan God de vader die de genoegdoening van ons eist.
Moeten wij dan sterven?
Dit lichaam waarmee wij gezondigd hebben wel want dat lichaam is besmet.
Iedereen krijgt in de opstanding een onvergankelijk (onsterfelijk) lichaam waarmee wij voor God moeten verschijnen.

De bijbel zegt hierover;
Alles wat je hebt gehoord komt hierop neer: heb ontzag voor God en leef zijn geboden na. Dat geldt voor ieder mens, want God oordeelt over elke daad, ook over de verborgen daden, zowel over de goede als de slechte.

En de duivel, die hen misleidde, wordt in de poel van vuur en zwavel gegooid, bij het beest en de valse profeet. Daar zullen ze dag en nacht worden gepijnigd, tot in eeuwigheid.
Toen zag ik een grote witte troon en hem die daarop zat. De aarde en de hemel vluchtten van hem weg en verdwenen in het niets.
Ik zag de doden, jong en oud, voor de troon staan. Er werden boeken geopend. Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden.
De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af. En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden.
Toen werden de dood en het dodenrijk in de vuurpoel gegooid.
Dit is de tweede dood: de vuurpoel.
Wie niet in het boek van het leven bleek te staan werd in de vuurpoel gegooid.

Dan hebben de mensen vaak nog de vraag waarom God nu geen einde maakt aan de ellende die op aarde heerst.
Dit verklaart Jezus in de gelijkenis van het onkruid.

Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mens, die goed zaad zaaide in zijn akker.
En als de mensen sliepen, kwam zijn vijand, en zaaide onkruid midden in de tarwe, en ging weg.
Toen het nu tot kruid opgeschoten was, en vrucht voortbracht, toen openbaarde zich ook het onkruid.
En de dienstknechten van den heer des huizes gingen en zeiden tot hem: Heere! hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Van waar heeft hij dan dit onkruid?
En hij zeide tot hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. En de dienstknechten zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij heengaan en datzelve vergaderen?
Maar hij zeide: Neen, opdat gij, het onkruid vergaderende, ook mogelijk met hetzelve de tarwe niet uittrekt.
Laat ze beiden te zamen opwassen tot den oogst, en in den tijd des oogstes zal ik tot de maaiers zeggen: Vergadert eerst dat onkruid, en bindt het in busselen, om hetzelve te verbranden; maar brengt de tarwe samen in mijn schuur.

Hieruit blikt dat God de Vader wacht totdat iedereen (ook mensen die nog geboren moeten worden) die zalig zal worden de tijd en gelegenheid krijgen om tot God te komen.

Dat is wat er staat te gebeuren, wil jij je laten redden door Jezus Christus of wijs jij zijn redding ook af?

Jezus zegt hierover;
‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en mij volgen.
Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden.
Wat heeft een mens eraan als hij de hele wereld wint, maar zichzelf verliest of schaadt?
Wie zich schaamt voor mij en mijn woorden, zal merken dat de Mensenzoon zich ook voor hem schaamt, wanneer hij komt in de stralende luister die hemzelf, de Vader en de heilige engelen omgeeft.

God heeft er alles aan gedaan om jou te redden van de ondergang.
De keuze is aan jou.